Je bent op reis naar Rivendel. Je komt uit op een T-kruispunt en je hebt geen flauw idee welke weg je in moet. Er staan drie mannetjes die je willen helpen. Je mag hen in totaal 2 vragen stellen. Een van de mannetjes liegt altijd, een spreekt altijd de waarheid en een liegt soms en spreekt af en toe de waarheid. De mannetjes kennen elkaar door en door en weten dus van elkaar wie de betrouwbare, leugenaar of wispelturige is. Welke vragen moet je stellen om de juiste weg te weten te komen?