Voorbije week hadden we de eerste keer goed prijs:
vriesweer, dus de tijd van autoruiten krabben is aangebroken. Klassieke
aanpak is: de motor alvast laten draaien om op te warmen. Zonde! Van
deze energieverspilling en milieuvervuiling verslijt alleen je motor.
De Duitse keuringsorganisatie TÜV heeft een lijst opgesteld van de
meest voorkomende winterfouten. Daarom voor u verzameld: 25 tips om de
kou op de juiste manier te trotseren.
1 Laat je motor niet warmdraaien terwijl je ijs krabt
Wel doen: meteen wegrijden na het starten. Bij koude motor is het
benzineverbruik en ook de schadelijke uitstoot zeer hoog. De
katalysator 'slaapt' nog, de olie is bij wintertemperaturen zeer
stroperig. Een motor is bij vriestemperaturen pas na 4 km warmgelopen
en bereikt pas dan zijn normale prestaties en normale verbruik. Van
stilstaand warmdraaien zal de motor sneller verslijten.
2 Doe geen lange startpoging
Wel doen: als de motor niet vlot aanslaat, dan doe je beter een paar
korte startpogingen dan een lange. De batterij is een van de zwakste
punten van een auto in de winter en als ze te zwaar belast wordt, zal
ze het begeven.
3 Geef géén gas bij het starten
Blijf van dat gaspedaal af. De meeste huidige benzinemodellen
beschikken over elektronische injectie- en ontstekingssystemen die de
hele operatie beheren zonder dat je het gaspedaal moet aanraken.
4 Ontkoppel tijdens het starten
Als je het ontkoppelingspedaal indrukt tijdens het starten, kan de motor vrijer draaien, zelfs in neutraal.
5 Koplampen helpen batterij
Als het starten niet wil lukken, vooraf even de koplampen aansteken om de batterij op te warmen.
6 Ruitenwissers zijn geen ijswissers
Gebruik je ruitenwissers niet om ijs te wissen: dit ruďneert niet
alleen je ruitenwissers, maar zorgt ook voor een ondoorzichtige brij op
de ruiten.
7 Giet nooit warm water op bevroren ruiten
Absoluut uit den boze: aangevroren autoruiten proberen te ontdooien
door er warm water over te gieten. Hierdoor kan de autoruit barsten en
bovendien kan het water, eens het afgekoeld is, gaan aanvriezen.
8 Wrijf je ruit in met aardappel
Preventietip: wrijf de ruit aan de buitenkant in met een doormidden
gesneden aardappel. Aan de binnenkant kan je tegen dampaanslag de ruit
inwrijven met een beetje schoonmaakmiddel of shampoo.
9 Dek je ruiten af
Dek je ruit niet af met krantenpapier, want dit kan aankoeken als het bevriest. Gebruik karton of speciale folie.
10 Stop een kurk achter je ruitenwisser
Om vastgevroren ruitenwissers te voorkomen: stop een kurk tussen de autoruit en de ruitenwissers.
11 Krab ijs weg met hulp van ontdooispray
Bij het ijs krabben is het opletten voor krassen. Een brede krabber
werkt het best en het is een goed idee om ontdooispray te gebruiken.
Vooral niet te zuinig zijn daarmee.
12 Doe grafiet- poeder in de sloten
Preventietip: breng op voorhand grafietpoeder aan in de sloten - steek
je sleutel een paar keer in het slot om het poeder goed te verspreiden.
Dit voorkomt bevroren sloten.
13 Stop antivries in je zak
Wie een klein busje antivriesspray in zijn jaszakken of handtas
bewaart, krijgt altijd zijn deur open - zelfs als het slot bevroren is.
14 Gebruik geen handrem
Omdat de
handrem kan vastvriezen, is het beter deze niet te gebruiken bij
serieus vriesweer. Beter is de wagen in versnelling te zetten en - als
je op een helling staat - wielblokken te gebruiken.
15 Rij met winterbanden
Controleer spanning en profieldiepte van de banden: drie tot vier
millimeter is in de winter het minimum. Winterbanden zijn geen
overbodige luxe. Bij een snelheid van 50 km per uur bedraagt de
remafstand op harde sneeuw 23 meter met winterbanden en 55 meter met
zomerbanden. Ook op nat wegdek beperken winterbanden de remafstand
aanzienlijk. In een aantal Europese landen en op sommige bergpassen
zijn winterbanden verplicht: wie er geen heeft, riskeert dan een fikse
boete.
16 Gebruik antivries tot -30 graden
Het koelsysteem dient van voldoende antivriesmiddel voorzien te zijn.
Laat het koelsysteem en de ruitensproeier van de auto beveiligen tegen
temperaturen van minimaal -30 graden.
17 Was het zout weg
Strooizout tast chassis, carrosserie en banden aan. Regelmatig de auto wassen of naar de carwash gaat slijtage tegen.
18 Gebruik dieseladditief
Voor oudere dieselmotoren: bij aanhoudende vriestemperaturen van min
zes graden of pieken van min twaalf, stolt de paraffine in diesel,
waardoor de dieselfilter verstopt kan raken en de auto stilvalt. Bij
moderne diesel komt dit nog erg zelden voor. Als het toch gebeurt, kan
je bij een oude dieselmotor vijf tot zes procent benzine toevoegen.
Moderne dieselmotoren hebben een speciaal additief nodig.
19 Strooi talk- poeder op de deurrubbers
Deurrubbers kunnen vastvriezen. Trek niet te hard aan de deuren want de
rubbers kunnen loskomen. Smeer de rubbers vooraf in met talkpoeder. Je
kan ook rubbervet gebruiken.
20 Installeer stand- verwarming
In Scandinavië is standverwarming dagelijkse kost. Zo wordt de auto
altijd op temperatuur gehouden. Starten gaat dan moeiteloos, bovendien
is ook het interieur aangenaam warm. Er zijn twee formules. In het
eerste geval steek je gewoon de stekker in, in het tweede geval
beschikt de auto over een apart motortje.
21 Laat de zetelverwarming niet aanstaan
Wel doen: de zetelverwarming enkel in de eerste minuten opzetten. Als
de motor is warmgelopen en de normale verwarming genoeg warmte afgeeft,
is de zetelverwarming volstrekt overbodig en hetzelfde geldt voor de
achterruitverwarming. Daarom dat deze zich bij de nieuwere automodellen
vanzelf uitschakelt.
22 Zet de airco op tijd af
A
irconditioning moet je doseren in de winter. Airco verbruikt 0,6 Liter
per 100 km. Bij vochtig weer is airco wel nuttig om aangedampte ruiten
vrij te houden. Kortstondig gebruik van de airco kost volgens de
berekeningen van de TÜV-experts minder energie dan langdurig gebruik
van de achterruitverwarming of de warmteblazer.
23 Wees spaarzaam met mistlicht
Blijf van die mistlichten af, behalve wanneer de zichtbaarheid minder
is dan 50 meter. Mistlichten worden bij winterweer vaak aangezet, maar
zijn slokoppen. Gewone verlichting kost 0,4 liter brandstof per 100 km,
extra verlichting nog eens 0,2 liter daarbovenop.
24 Bind zo weinig mogelijk op het dak
Haal alles wat niet strikt noodzakelijk is van het dak, en naar
beneden. Een bagagebox op het dak verhoogt het brandstofverbruik met
tot 4 liter per 100 km. Ook andere bagagedragers op het dak veroorzaken
extra verbruik, zij het minder.
25 Sneeuw- kettingen voor extremen
Bij extreem winterweer zijn sneeuwkettingen noodzakelijk voor grip en
trekkracht. Op plaatsen waar sneeuw ligt, kan door verkeersborden
duidelijk aangegeven worden dat je de sneeuwkettingen verplicht moet
gebruiken.
vriesweer, dus de tijd van autoruiten krabben is aangebroken. Klassieke
aanpak is: de motor alvast laten draaien om op te warmen. Zonde! Van
deze energieverspilling en milieuvervuiling verslijt alleen je motor.
De Duitse keuringsorganisatie TÜV heeft een lijst opgesteld van de
meest voorkomende winterfouten. Daarom voor u verzameld: 25 tips om de
kou op de juiste manier te trotseren.
1 Laat je motor niet warmdraaien terwijl je ijs krabt
Wel doen: meteen wegrijden na het starten. Bij koude motor is het
benzineverbruik en ook de schadelijke uitstoot zeer hoog. De
katalysator 'slaapt' nog, de olie is bij wintertemperaturen zeer
stroperig. Een motor is bij vriestemperaturen pas na 4 km warmgelopen
en bereikt pas dan zijn normale prestaties en normale verbruik. Van
stilstaand warmdraaien zal de motor sneller verslijten.
2 Doe geen lange startpoging
Wel doen: als de motor niet vlot aanslaat, dan doe je beter een paar
korte startpogingen dan een lange. De batterij is een van de zwakste
punten van een auto in de winter en als ze te zwaar belast wordt, zal
ze het begeven.
3 Geef géén gas bij het starten
Blijf van dat gaspedaal af. De meeste huidige benzinemodellen
beschikken over elektronische injectie- en ontstekingssystemen die de
hele operatie beheren zonder dat je het gaspedaal moet aanraken.
4 Ontkoppel tijdens het starten
Als je het ontkoppelingspedaal indrukt tijdens het starten, kan de motor vrijer draaien, zelfs in neutraal.
5 Koplampen helpen batterij
Als het starten niet wil lukken, vooraf even de koplampen aansteken om de batterij op te warmen.
6 Ruitenwissers zijn geen ijswissers
Gebruik je ruitenwissers niet om ijs te wissen: dit ruďneert niet
alleen je ruitenwissers, maar zorgt ook voor een ondoorzichtige brij op
de ruiten.
7 Giet nooit warm water op bevroren ruiten
Absoluut uit den boze: aangevroren autoruiten proberen te ontdooien
door er warm water over te gieten. Hierdoor kan de autoruit barsten en
bovendien kan het water, eens het afgekoeld is, gaan aanvriezen.
8 Wrijf je ruit in met aardappel
Preventietip: wrijf de ruit aan de buitenkant in met een doormidden
gesneden aardappel. Aan de binnenkant kan je tegen dampaanslag de ruit
inwrijven met een beetje schoonmaakmiddel of shampoo.
9 Dek je ruiten af
Dek je ruit niet af met krantenpapier, want dit kan aankoeken als het bevriest. Gebruik karton of speciale folie.
10 Stop een kurk achter je ruitenwisser
Om vastgevroren ruitenwissers te voorkomen: stop een kurk tussen de autoruit en de ruitenwissers.
11 Krab ijs weg met hulp van ontdooispray
Bij het ijs krabben is het opletten voor krassen. Een brede krabber
werkt het best en het is een goed idee om ontdooispray te gebruiken.
Vooral niet te zuinig zijn daarmee.
12 Doe grafiet- poeder in de sloten
Preventietip: breng op voorhand grafietpoeder aan in de sloten - steek
je sleutel een paar keer in het slot om het poeder goed te verspreiden.
Dit voorkomt bevroren sloten.
13 Stop antivries in je zak
Wie een klein busje antivriesspray in zijn jaszakken of handtas
bewaart, krijgt altijd zijn deur open - zelfs als het slot bevroren is.
14 Gebruik geen handrem
Omdat de
handrem kan vastvriezen, is het beter deze niet te gebruiken bij
serieus vriesweer. Beter is de wagen in versnelling te zetten en - als
je op een helling staat - wielblokken te gebruiken.
15 Rij met winterbanden
Controleer spanning en profieldiepte van de banden: drie tot vier
millimeter is in de winter het minimum. Winterbanden zijn geen
overbodige luxe. Bij een snelheid van 50 km per uur bedraagt de
remafstand op harde sneeuw 23 meter met winterbanden en 55 meter met
zomerbanden. Ook op nat wegdek beperken winterbanden de remafstand
aanzienlijk. In een aantal Europese landen en op sommige bergpassen
zijn winterbanden verplicht: wie er geen heeft, riskeert dan een fikse
boete.
16 Gebruik antivries tot -30 graden
Het koelsysteem dient van voldoende antivriesmiddel voorzien te zijn.
Laat het koelsysteem en de ruitensproeier van de auto beveiligen tegen
temperaturen van minimaal -30 graden.
17 Was het zout weg
Strooizout tast chassis, carrosserie en banden aan. Regelmatig de auto wassen of naar de carwash gaat slijtage tegen.
18 Gebruik dieseladditief
Voor oudere dieselmotoren: bij aanhoudende vriestemperaturen van min
zes graden of pieken van min twaalf, stolt de paraffine in diesel,
waardoor de dieselfilter verstopt kan raken en de auto stilvalt. Bij
moderne diesel komt dit nog erg zelden voor. Als het toch gebeurt, kan
je bij een oude dieselmotor vijf tot zes procent benzine toevoegen.
Moderne dieselmotoren hebben een speciaal additief nodig.
19 Strooi talk- poeder op de deurrubbers
Deurrubbers kunnen vastvriezen. Trek niet te hard aan de deuren want de
rubbers kunnen loskomen. Smeer de rubbers vooraf in met talkpoeder. Je
kan ook rubbervet gebruiken.
20 Installeer stand- verwarming
In Scandinavië is standverwarming dagelijkse kost. Zo wordt de auto
altijd op temperatuur gehouden. Starten gaat dan moeiteloos, bovendien
is ook het interieur aangenaam warm. Er zijn twee formules. In het
eerste geval steek je gewoon de stekker in, in het tweede geval
beschikt de auto over een apart motortje.
21 Laat de zetelverwarming niet aanstaan
Wel doen: de zetelverwarming enkel in de eerste minuten opzetten. Als
de motor is warmgelopen en de normale verwarming genoeg warmte afgeeft,
is de zetelverwarming volstrekt overbodig en hetzelfde geldt voor de
achterruitverwarming. Daarom dat deze zich bij de nieuwere automodellen
vanzelf uitschakelt.
22 Zet de airco op tijd af
A
irconditioning moet je doseren in de winter. Airco verbruikt 0,6 Liter
per 100 km. Bij vochtig weer is airco wel nuttig om aangedampte ruiten
vrij te houden. Kortstondig gebruik van de airco kost volgens de
berekeningen van de TÜV-experts minder energie dan langdurig gebruik
van de achterruitverwarming of de warmteblazer.
23 Wees spaarzaam met mistlicht
Blijf van die mistlichten af, behalve wanneer de zichtbaarheid minder
is dan 50 meter. Mistlichten worden bij winterweer vaak aangezet, maar
zijn slokoppen. Gewone verlichting kost 0,4 liter brandstof per 100 km,
extra verlichting nog eens 0,2 liter daarbovenop.
24 Bind zo weinig mogelijk op het dak
Haal alles wat niet strikt noodzakelijk is van het dak, en naar
beneden. Een bagagebox op het dak verhoogt het brandstofverbruik met
tot 4 liter per 100 km. Ook andere bagagedragers op het dak veroorzaken
extra verbruik, zij het minder.
25 Sneeuw- kettingen voor extremen
Bij extreem winterweer zijn sneeuwkettingen noodzakelijk voor grip en
trekkracht. Op plaatsen waar sneeuw ligt, kan door verkeersborden
duidelijk aangegeven worden dat je de sneeuwkettingen verplicht moet
gebruiken.