[color=darkred]De kleine Dave Pelzer wordt jarenlang zwaar mishandeld door zijn aan alcohol verslaafde moeder, die dreigt om hem te vermoorden, en dat ook bijna doet. Zijn vader wend zijn ogen af, ook hij kan niet tegen zijn vrouw op. Op school wordt hij beschouwd als een ‘probleemkind’; hij steelt eten omdat hij dat thuis niet krijgt. Tot er op een dag eindelijk wordt ingegrepen. De school belt de politie, die Dave onmiddellijk naar het ziekenhuis brengt. Daar constateert men oude botbreuken, zware kneuzingen en ondervoeding. Dave wordt uit huis geplaatst. Er volgt een proces, en even dreigt de rechter de zeemzoete leugens van zijn moeder te slikken, maar het draait toch goed uit. Tot zijn achttiende krijgt hij te maken met vijf verschillende pleeggezinnen. In elk gezin heeft hij zijn levenswijsheden opgedaan, en blijfft hij de wil hebben om te overleven. Dave blijft dapper op zoek naar zijn eigen plekje onder de zon, naar de liefde en warmte van een echt gezin waar hij nooit meer bang hoeft te zijn. Dave krijgt een zoon, en noemt hem naar zijn vader, waarvan hij weet dat hij het ook niet kon helpen. Vroeger heeft hij hem dat enorm verweten, zijn vader ging van superheld naar supersukkel. Na de jaren heeft hij ingezien dat zijn vader even bang was voor zijn moeder als hijzelf. De heldenstatus is teruggekeerd.
B. Thematiek
1. Kelder: hij ‘woonde’: hij sliep er, zat er als niemand hem nodig had, en kreeg er eten, als dat toegestaan was tenminste
School: zijn redding, zo was hij niet thuis en kon hij ook niet mishandeld worden
Pleeggezin
Russian River: zijn herinnering aan een gelukkig gezin, voor zijn moeder hem begon te mishandelen; en zijn droom naar waar hij wil terugkeren.
2. Van het gelukkige gezinnetje gaat het naar een hel in de kelder; de mishandelingen zijn begonnen. Via school evolueert het naar een gelukkige en verlossende tijd in de pleeggezinnen, en uiteindelijk strand hij weer in het gelukkige van de rivier.
C. Vertelperspectief
Het verhaal wordt vanuit de ikpersoon verteld, de schrijver keert terug naar zijn jeugdige gedachten van een negenjarige jongetje.
D. Structuur
1. Het boek begint met een dankwoord en een opmerking van de auteur i.v.m. de naamsveranderingen om de privacy van de betrokken personen te beschermen. Er volgt een eerste hoofdstuk, maar je krijgt een terugblik in zijn jaren van mishandeling, dus eigenlij kan dit als een proloog beschouwt worden.
Op het einde van het boek is er een epiloog, en getuigenissen van de mensen van de pleegzorg die betrokken waren in Dave’s leven.
2. Het verhaal loopt chronologisch. De vertelde tijd is ongeveer 11 jaar, de verteltijd ongeveer 3 uurtjes.
3. De lezers weten evenveel als de schrijver.
E. Personages
De belangrijkste personages zijn Dave Pelzer zelf natuurlijk, een zwaarmishandeld negenjarig jongetje; ‘de engel die Mevrouw Gold heet’, zijn jonge maatschappelijke werkster, die zeer met hem inzit, en waar hij zich enorm aan optrekt; AliceTurnbough, een ietwat oudere pleegouder, die enorm veel om hem geeft en waar hij altijd bij terecht kan; en tenslotte Michael Marsh, een oude buur van een van de pleeggezinnen. Dave ging dikwijls bij hem op bezoek, en leerde daar de literatuur kennen. Door Michaels boeken is Dave zich beginnen interesseren in de luchtmacht, waar hij uiteindelijk ook is bijgegaan.
F. Plaats en ruimte
Het speelt zich af in Californië, Amerika
B. Thematiek
1. Kelder: hij ‘woonde’: hij sliep er, zat er als niemand hem nodig had, en kreeg er eten, als dat toegestaan was tenminste
School: zijn redding, zo was hij niet thuis en kon hij ook niet mishandeld worden
Pleeggezin
Russian River: zijn herinnering aan een gelukkig gezin, voor zijn moeder hem begon te mishandelen; en zijn droom naar waar hij wil terugkeren.
2. Van het gelukkige gezinnetje gaat het naar een hel in de kelder; de mishandelingen zijn begonnen. Via school evolueert het naar een gelukkige en verlossende tijd in de pleeggezinnen, en uiteindelijk strand hij weer in het gelukkige van de rivier.
C. Vertelperspectief
Het verhaal wordt vanuit de ikpersoon verteld, de schrijver keert terug naar zijn jeugdige gedachten van een negenjarige jongetje.
D. Structuur
1. Het boek begint met een dankwoord en een opmerking van de auteur i.v.m. de naamsveranderingen om de privacy van de betrokken personen te beschermen. Er volgt een eerste hoofdstuk, maar je krijgt een terugblik in zijn jaren van mishandeling, dus eigenlij kan dit als een proloog beschouwt worden.
Op het einde van het boek is er een epiloog, en getuigenissen van de mensen van de pleegzorg die betrokken waren in Dave’s leven.
2. Het verhaal loopt chronologisch. De vertelde tijd is ongeveer 11 jaar, de verteltijd ongeveer 3 uurtjes.
3. De lezers weten evenveel als de schrijver.
E. Personages
De belangrijkste personages zijn Dave Pelzer zelf natuurlijk, een zwaarmishandeld negenjarig jongetje; ‘de engel die Mevrouw Gold heet’, zijn jonge maatschappelijke werkster, die zeer met hem inzit, en waar hij zich enorm aan optrekt; AliceTurnbough, een ietwat oudere pleegouder, die enorm veel om hem geeft en waar hij altijd bij terecht kan; en tenslotte Michael Marsh, een oude buur van een van de pleeggezinnen. Dave ging dikwijls bij hem op bezoek, en leerde daar de literatuur kennen. Door Michaels boeken is Dave zich beginnen interesseren in de luchtmacht, waar hij uiteindelijk ook is bijgegaan.
F. Plaats en ruimte
Het speelt zich af in Californië, Amerika