CHICAGO -
Vijf redenen waarom Barack Obama de strijd om het presidentschap heeft gewonnen.
1 George W. Bush
De Amerikanen waren na acht jaar George Bush dringend toe aan verandering.
Tachtig procent van hen vindt dat het land op de verkeerde weg is. Bush is
een van de minst populaire presidenten in de geschiedenis. Mensen zijn boos
over de economie, de Irak-oorlog, het overheidsfalen na de orkaan Katrina en
de leugens van de regering. In die omstandigheden was het voor de
Republikeinen bijna ondoenlijk om het Witte Huis te behouden. Ooit sprak
Bush’ strateeg Karl Rove van een ‘permanente Republikeinse meerderheid’. Het
omgekeerde is gebeurd: juist het extremisme en de incompetentie van de
regering-Bush heeft de macht nu in handen van de Democraten gelegd,
misschien wel voor lange tijd.
2 Barack Obama
Obama heeft een vrijwel perfecte campagne gevoerd. Hij heeft zichzelf weten te
presenteren als een leider die oog heeft voor het leed van gewonen mensen.
Hij kwam aardig, redelijk en kalm over. En legde het soort wendbare
intelligentie aan de dag dat misschien van nut is bij de crisis waar
Amerika in verkeert. Op briljante wijze heeft hij zijn eigen levensverhaal
gebruikt om zichzelf, met zijn gemengde afkomst en huidskleur, tot symbool
van een nieuwe eenheid te maken. Met zijn grote retorische talent heeft hij
een hele generatie jonge kiezers weten te inspireren.
3 De internet-campagne
De Obama-campagne heeft uitgekiend gebruik gemaakt van de nieuwe
communicatiemethoden van jonge Amerikanen: via sociale netwerksites en sms
bouwde zij een indrukwekkend leger aan enthousiaste vrijwilligers op. Die
hebben wellicht de doorslag gegeven in staten als Ohio en Virginia. Ook
haalde Obama een recordbedrag aan donaties op via het internet. Dat leverde
hem overwicht op in tv-spotjes en betaalde organisatoren in de staten.
4 De kredietcrisis
Op 14 september stond John McCain een paar procentpunt voor op Obama in de
peilingen. Toen stortte de investeringsbank Lehman Brothers in, en daarna de
beurskoersen en nog meer banken. Het Witte Huis moest met veel geld
ingrijpen. Een diep crisisgevoel maakte zich meester van de Amerikanen. En
ze waren extra boos op de zittende regering, die het niet had voorkomen.
John McCain zei eerst dat de basis van de economie sterk was, maar legde een
paar dagen later zijn campagne stil om de crisis op te lossen en eiste het
ontslag van een onschuldige official. Het maakte geen geruststellende
indruk. Obama reageerde kalm en bedachtzaam. In de tv-debatten was hij
degelijk en eloquent.
5 John McCain
Misschien had geen enkele Republikeinse kandidaat het gered bij deze
verkiezingen. Te zeer wilden de kiezers de zittende macht naar huis sturen.
Maar John McCain heeft ook een slechte campagne gevoerd. De oorlogsheld was
opgekomen als eigenzinnige centrist, en dat gaf hem nog een kans. Maar omdat
zijn eigen partij een grondige hekel aan hem had, voelde hij de noodzaak
zijn eigen principes en standpunten op te offeren aan de rechtse
partijbasis. Zo omarmde hij de belastingverlaging van Bush waar hij eens
tegen had gestemd. Hij sloot vrede met evangelisten die hij eens voor het
hoofd stootte. En hij liet zich door zijn adviseurs vertellen dat hij de
rechts-conservatieve Sarah Palin als running mate moest benoemen. In de
campagne leek hij elke week iets nieuws uit te proberen. Het maakte
uiteindelijk een te weinig stabiele indruk om het vertrouwen van de kiezers
te winnen.
Vijf redenen waarom Barack Obama de strijd om het presidentschap heeft gewonnen.
1 George W. Bush
De Amerikanen waren na acht jaar George Bush dringend toe aan verandering.
Tachtig procent van hen vindt dat het land op de verkeerde weg is. Bush is
een van de minst populaire presidenten in de geschiedenis. Mensen zijn boos
over de economie, de Irak-oorlog, het overheidsfalen na de orkaan Katrina en
de leugens van de regering. In die omstandigheden was het voor de
Republikeinen bijna ondoenlijk om het Witte Huis te behouden. Ooit sprak
Bush’ strateeg Karl Rove van een ‘permanente Republikeinse meerderheid’. Het
omgekeerde is gebeurd: juist het extremisme en de incompetentie van de
regering-Bush heeft de macht nu in handen van de Democraten gelegd,
misschien wel voor lange tijd.
2 Barack Obama
Obama heeft een vrijwel perfecte campagne gevoerd. Hij heeft zichzelf weten te
presenteren als een leider die oog heeft voor het leed van gewonen mensen.
Hij kwam aardig, redelijk en kalm over. En legde het soort wendbare
intelligentie aan de dag dat misschien van nut is bij de crisis waar
Amerika in verkeert. Op briljante wijze heeft hij zijn eigen levensverhaal
gebruikt om zichzelf, met zijn gemengde afkomst en huidskleur, tot symbool
van een nieuwe eenheid te maken. Met zijn grote retorische talent heeft hij
een hele generatie jonge kiezers weten te inspireren.
3 De internet-campagne
De Obama-campagne heeft uitgekiend gebruik gemaakt van de nieuwe
communicatiemethoden van jonge Amerikanen: via sociale netwerksites en sms
bouwde zij een indrukwekkend leger aan enthousiaste vrijwilligers op. Die
hebben wellicht de doorslag gegeven in staten als Ohio en Virginia. Ook
haalde Obama een recordbedrag aan donaties op via het internet. Dat leverde
hem overwicht op in tv-spotjes en betaalde organisatoren in de staten.
4 De kredietcrisis
Op 14 september stond John McCain een paar procentpunt voor op Obama in de
peilingen. Toen stortte de investeringsbank Lehman Brothers in, en daarna de
beurskoersen en nog meer banken. Het Witte Huis moest met veel geld
ingrijpen. Een diep crisisgevoel maakte zich meester van de Amerikanen. En
ze waren extra boos op de zittende regering, die het niet had voorkomen.
John McCain zei eerst dat de basis van de economie sterk was, maar legde een
paar dagen later zijn campagne stil om de crisis op te lossen en eiste het
ontslag van een onschuldige official. Het maakte geen geruststellende
indruk. Obama reageerde kalm en bedachtzaam. In de tv-debatten was hij
degelijk en eloquent.
5 John McCain
Misschien had geen enkele Republikeinse kandidaat het gered bij deze
verkiezingen. Te zeer wilden de kiezers de zittende macht naar huis sturen.
Maar John McCain heeft ook een slechte campagne gevoerd. De oorlogsheld was
opgekomen als eigenzinnige centrist, en dat gaf hem nog een kans. Maar omdat
zijn eigen partij een grondige hekel aan hem had, voelde hij de noodzaak
zijn eigen principes en standpunten op te offeren aan de rechtse
partijbasis. Zo omarmde hij de belastingverlaging van Bush waar hij eens
tegen had gestemd. Hij sloot vrede met evangelisten die hij eens voor het
hoofd stootte. En hij liet zich door zijn adviseurs vertellen dat hij de
rechts-conservatieve Sarah Palin als running mate moest benoemen. In de
campagne leek hij elke week iets nieuws uit te proberen. Het maakte
uiteindelijk een te weinig stabiele indruk om het vertrouwen van de kiezers
te winnen.